De Volkskrant; In een Japanse tempel mag je slapen, drinken en spelen; 29 augustus 2006

In de boeddhistische tempel van Zenryu Arita, in de Japanse stad Kanazawa, mogen gasten logeren, eten, drinken en feesten. Vooral Nederlanders zijn er welkom.

In een stille buurt in de Japanse stad Kanazawa ligt tussen parkeerplaatsen en gedenkstenen de boeddhistische T?gakuji-tempel van de priester Zenryu Arita (46). In de grote vierkante ruimte met tatamimatten op de vloer, staan slechts een sober altaar met boeddhabeelden en kaarsen, een paar lage tafels en een bankje. Het is vrijdagavond; driftig loopt Arita-san, een kale man met een zwart Adidas T-shirt en een blauwe pofbroek aan, heen en weer met glazen en borden. De Prefecture Ishikawa Holland Association, waarvan hij bestuurslid is, organiseert hier morgen een kinderfestival. De Nederlandse bezoekers uit Tokio zijn al gearriveerd. Ze slapen in de tempel en krijgen een feestmaal aangeboden.
Vlak voor het diner trekt de priester opeens een lang, bruin gewaad aan en een zwarte jas. Hij springt op de fiets en verdwijnt in de nacht. Een kennis is vrij plotseling overleden; Arita moet hem de laatste eer bewijzen. Maar echtgenote Kumiko, die met een paar vriendinnen de hele dag in touw is geweest in de rommelige keuken, heeft geen zin om langer te wachten. ‘Let’s drinku!’ roept ze opgewekt, terwijl ze een sixpack Asahibier uit de ijskast haalt. Dochter Kanako en zoon Tatsu worden opgetrommeld. Evenals oma, die languit op de grond in slaap is gevallen, in het woonhuis dat aan de tempel vast ligt.
Voor veel westerlingen is deze verwevenheid tussen een heilige tempel en een uitbundig gezinsleven, een openbaring. Want in een tempel of kerk hoor je toch op je tenen te lopen en te bidden? Maar in Japan, met zijn grote hoeveelheid heilige plaatsen en diversiteit aan stromingen, zijn de grenzen van het toelaatbare veel vager. Alleen al het boeddhisme, dat na het shintoìsme de belangrijkste godsdienst is in Japan, telt zeker dertien verschillende richtingen en tachtigduizend tempels.
‘Uit de verschillende godsdiensten, die vreedzaam naast elkaar bestaan, pikken de Japanners zelf de rituelen die hen het meeste aanspreken. Ze maken er een soort mix van,’ zegt Boris Jansen (28), die in het land verzeilt raakte vanwege zijn passie voor de vechtsport Kendo en studeert aan de universiteit van Kanazawa. Ook de priesters, die vaak met hun gezinnen naast het heiligdommen wonen, hebben veel vrijheid. ‘Zo is Arita heel ruimdenkend over de functie van zijn tempel.’ Zoals blijkt de volgende morgen.
De dag vangt weliswaar aan met een gebed. Arita steekt kaarsen en stokjes wierrook aan. Hij knielt voor het altaar, leest boeddhistische teksten voor en begeleidt zichzelf op de trommel. Maar aan de serene rust die daarop volgt, komt abrupt een einde als de genodigden voor het festival arriveren. Opeens is de tempel een speelzaal waarin twintig kinderen rondrennen die afwisselend verstoppertje doen en tikkertje. Geen kamer is meer veilig. Geen plek is meer heilig.
‘Ik heb maar één duidelijke filosofie,’ zegt Arita op een rustig moment. ´Ik wil dat mensen gelukkig en blij worden van een bezoek aan mijn tempel. En vooral dat kinderen er een fijne herinnering aan bewaren.’ Een privé leven zonder kinderen zou hij zich niet kunnen voorstellen. Het verbaast hem dan ook niets dat steeds meer Nederlandse priesters het celibaat niet volhouden. ‘In Japan is het celibaat al afgeschaft in de negentiende eeuw omdat steeds meer priesters er vrouwen op nahielden die geen enkel recht hadden, omdat ze officieel niet konden trouwen. Het Japanse volk vond dat het zo niet verder kon.’
Na een dag vol spelletjes en een diavoorstelling over Nederland - waar mensen zomaar een dag vrij nemen om te schaatsen en patat eten met mayonaise - wordt er een barbecue gehouden naast een kleine begraafplaats. ‘Ik ben inmiddels het een en ander gewend maar een barbecue tussen de gedenktekens is ook voor mij nieuw,’ lacht Jansen. De Nederlandse familie uit Tokio is vol lof over het verblijf. Roberta Vinkhuyzen: ‘De gastvrijheid van de mensen hier is ongekend en het was heel bijzonder om zo te worden opgenomen in de familie. Ik denk niet dat we ooit nog zo dichtbij Japanners komen.’

Kader
In 2000 richtte de gepensioneerde zakenman Saburo Okabe de Prefecture Ishikawa Holland Association (PIHA) op, om 400 jaar betrekkingen tussen Japan en Nederland te vieren én ter nagedachtenis aan de Nederlandse arts Holterman en zijn kinderen. Holterman, die van 1875 tot 1879 leiding gaf aan de medische faculteit van de universiteit van Kanazawa en veel heeft betekent voor de stad, verloor de kinderen tijdens een cholera epidemie. Al jaren beheert Okabe de grafsteen in de bergen bij Kanazawa, waarop de namen Maria, Elise en Everardus nog duidelijk te lezen zijn. ‘Tijdens het festival willen we Japanse en Nederlandse kinderen met elkaar in contact brengen en uitleg geven over de Nederlandse cultuur,’ legt Okabe uit. ‘Ook hopen we meer Nederlanders te interesseren voor de stad Kanazawa.’ Tot nu toe is kendo-specialist Jansen, de enige Nederlander in de verre omtrek.