september 2010 - De Macht van de Feng Shui Master

‘Je huis is toch wel Feng Shui?’ Vroeg een spirituele vriendin me in alle ernst, toen ik net een paar maanden in China was. ‘Pardon? Ik ben al lang blij dat alles er in past,’ antwoordde ik licht overspannen. Terwijl ik de chaos van tafels, stoelen, kasten en dozen met boeken en prullaria in me opnam.
Slechter had ik niet kunnen beginnen, volgens de Feng Shui-leer. Deze eeuwenoude Chinese filosofie is gebaseerd op de overtuiging dat de mens in harmonie moet leven met de natuurlijke elementen hout, vuur, metaal, aarde en water. En dat die elementen in huis dus in balans met elkaar moeten zijn. Bovendien moeten licht- en luchtstromen ruim baan krijgen zodat er voortdurend positieve energie vrijkomt. En die zorgt voor geluk, welvaart en gezondheid.
Vooral tijdens de Culturele Revolutie werd Feng Shui ten strengste verboden. Zoals alle zaken trouwens, die te maken hadden met stijl, schoonheid en het opvrolijken van het bestaan.
Maar sinds een jaar of tien is de leer weer helemaal terug. Veel kantoren en nieuwe appartementen in China worden dan ook niet in gebruik genomen voordat een echte Feng Shui Master het meubilair goed heeft gerangschikt en zijn zegen heeft gegeven.
Het is inmiddels big business. De kosten van goed advies bedragen doorgaans een procent van de totale investeringen. Ook de beroemde Jin Mao toren in het financiële centrum van Shanghai, werd eerst doorgelicht door een Feng Shui expert. Dat kostte de projectontwikkelaar naar verluidt zo’n 10 miljoen yuan (ruim een miljoen euro).
Het geloof in de filosofie zit diep. Niet alleen Chinezen, ook veel buitenlandse ondernemers begrijpen inmiddels dat je met een Feng Shui-verantwoorde omgeving beter personeel aantrekt, en dat ook nog vasthoudt.
Zo was ik onlangs met collega Zwart in Shanghai op bezoek bij een Nederlandse zakenman die net zijn hele kantoor onderhanden had laten nemen. Dat de leer nauw luistert, werd ons meteen duidelijk door...een kamerplant. ‘Verrek, die heeft puntige bladen, dat is helemaal niet Feng Shui!’ Riep de zakenman. ‘Vormen mogen niet puntig of scherp zijn want daar vloeit negatieve energie uit.’ Een van zijn medewerkers had een deel van de bladen rond afgeknipt, maar was er halverwege mee gestopt.
De ondernemer wees naar de omvangrijke raampartij. ‘Overal komt doorzichtig folie zodat negatieve energie niet naar binnen kan en het geluk niet naar buiten.’
Bij de ingang van het kantoor stond een opvallend aquarium. ‘Er zitten acht goudvissen in die geluk aantrekken. En een zwarte vis die alle malaise in zich opzuigt. Eigenlijk zou er ook nog een watermolen voor de deur moeten staan, die het geluk steeds rondpompt.’
We liepen naar de kamer van de boekhoudster, waarin een brandkast met kluis stond. Bij het raam prijkte een grote, groene draak. ‘Ik vertrouw mijn boekhoudster volkomen, daar niet van. Maar die draak houdt de wacht bij het raam, zodat het geld niet wegvliegt.’
Trots vertelde de zakenman dat hij onlangs ook een nieuw kantoor in een andere stad had geopend. Volgens de Feng Shui Master moest dat worden ingewijd met vuurwerk om kwade geesten af te schrikken. ‘Ik dacht dat ik daar nooit toestemming voor zou krijgen, maar de beheerder van het pand vond het geen probleem.’
Eerst kwamen er werkmannen langs om de rookmelders af te plakken, met tape. Daarna bracht de Feng Shui Master een honderdklapper binnen. En papieren piramides van zilver en goud. Die stonden symbool voor papier- en muntgeld ofwel rijkdom.
‘Toen het vuurwerk werd afgestoken, wat een oorverdovend lawaai gaf en heel veel rook, zaten alle medewerkers rustig te mediteren of te bidden. Er kwam pas een einde aan de ceremonie toen andere bedrijven in het pand kwamen klagen over geluidoverlast,’ vertelde de ondernemer.
Of Feng Shui merkbaar heeft bijgedragen tot meer geluk, welvaart en gezondheid kon hij nog niet met zekerheid zeggen. Maar de zaken gaan goed en het personeel is tevreden. En daar was het tenslotte allemaal om te doen.