De Volkskrant; Over Kabuki theater en interview met speler Ebizo; 1 juni 2006

Iedere beweging, toonhoogte en kleur heeft betekenis in Kabuki - het traditioneel Japanse theater dat alleen mag worden vertolkt door mannen. De 22-jarige speler Ichikawa Ebizo XI verkreeg er een sterrenstatus mee. ‘Ik wil vooral de jonge generatie verleiden.’
foto: Hugo Glendinning

Het is een hele klim naar het Kabukitheater van Kotohira - één van de oudsten van het land - dat hoog in de heuvels ligt op het Japanse eiland Kagawa-Ken. Wapperende bannieren verwelkomen honderden bezoekers, die soms uren hebben gereisd om de talentvolle, jonge speler Ichikawa Ebizo XI te zien optreden en zijn tegenspeler Ichikawa Kamejiro II. De eetstalletjes doen goede zaken. Een Kabukivoorstelling kan wel een dag duren en eten en drinken in het theater mág.
Schoenen dragen daarentegen, is een hoofdzonde en die gaan dan ook uit, eenmaal binnen. In het theater valt vooral de pure eenvoud op. Geen pluche, geen tierelantijnen maar sobere houten wanden, steunpilaren en balustrades. Het publiek zit op eenvoudige banken of tatamimatten. Alleen de rode en witte lampions, versierd met Japans-Chinese karakters, zorgen voor kleur.
Kabuki (ka is zang, bu is dans en ki is techniek) is een van de meest traditionele Japanse vormen van kunst. Het is een combinatie van ballet, opera, (melo)drama, comedy en puur theater en wordt alleen door mannen uitgedragen. De oorsprong ligt in de Edoperiode. In het jaar 1603 begon een groep tempeldanseressen voorstellingen te geven en de erotische dansen waren een sensatie. Ze werden Kabuki gedoopt, wat in die tijd onorthodox betekende of excentriek.
Maar de heersende Shogun stak een stokje voor deze opzwepende vorm van volksvermaak en weerde de vrouwen van het podium. In eerste instantie namen jonge mannen hun rol over maar ook die waren te aanstootgevend. Uiteindelijk mochten alleen oudere mannen hun kunsten nog vertonen. Hedendaagse acteurs behoren vrijwel allemaal tot Kabukidynasti"en die hun oorsprong hebben in de 17de eeuw. De vaardigheden worden doorgegeven van vader op zoon. Voor Kabuki kies je niet, je wordt er voor geboren.

Op het podium van het theater is de oever van een rivier te zien, met een bruggetje en bossen riet. De achtergrond is zwart, wat betekent dat het nacht is. Twee zangers, een fluitist en een percussionist, zitten geknield naast het podium. De lampionnen dimmen en de twee hoofdrolspelers, schrijden via de Hanamichi naar het podium. Dat zijn twee verhoogde, houten looppaden die van aan weerszijde van het theater liggen, tussen het publiek.
De meeste Kabukistukken staan bol van intriges en hebben de meest ingewikkelde plots. Zo ook het drama ‘Kasane’ dat vanavond wordt opgevoerd. De knappe Yoemon, die een zwarte mannenkimono draagt, wil ’s nachts, op de oever van de rivier zelfmoord plegen omdat hij niet samen kan zijn met zijn geliefde. De beeldschone Kasane heeft echter zijn zelfmoordbrief gelezen. In haar mooiste, kleurrijke kimono haast ze zich naar Yoemon om te vertellen dat ze zwanger van hem is.
Een kakofonie van schrille zangtonen, geroffel en wonderlijke dialogen in oud Japans, vult de ruimte. En in dat geweld voeren Yoemon en Kasane een hartstochtelijke en dramatische dans uit in sierlijke, beheerste bewegingen. Kasane is zo gracieus dat niemand zich kan voorstellen dat ze wordt gespeeld door een man.
In Kabuki staat pure schoonheid voorop en heeft iedere beweging, iedere toonhoogte en iedere kleur een betekenis. Dat maakt het voor buitenstaanders zo moeilijk om het spel te doorgronden. De taal (Japans uit de Edo tijd) maakt de zaak er niet makkelijker op. Maar één troost: de mimiek van een speler, is vaak belangrijker dan wat hij zegt. Volgens de Kabukicode moet een acteur emoties zo realistisch mogelijk uitbeelden met een minimum aan beweging.
De voorstellingen hebben vaak geen boodschap of moraal maar doen eeuwenoude verhalen over liefde, passie, overspel, wanhoop, strijd en de dood, herleven. Sommige voorstellingen zijn ronduit saai door de lange scènes en uitgebreide dialogen. Het kost soms een halve dag om iemand te laten sterven. Snurkende toeschouwers zijn dan ook geen uitzondering. Maar in ´Kasane´ zit veel vaart en gebeurt zoveel dat je er wel bij móet blijven.
Als Yoemon en Kasane elkaar eindelijk hebben omhelsd trekt ze haar rood-paarse zakdoek. Dat betekent dat haar keuze vaststaat: ze zal sterven samen met haar geliefde. Maar dan komt er een vlot de rivier afgezakt, met een skelet waarin een sikkel vastzit. Yoemon is geschokt als hij de naam op het vlot leest. Dit is het skelet van Suke, de man die hij jaren geleden heeft vermoord en in de rivier heeft gegooid, nadat hij werd betrapt met Suke’s vrouw. Opeens komen er soldaten uit het riet, die Yoemon in een gevechtsdans proberen te overmeesteren. Hij moet boeten voor zijn zonden. Maar Yoemon schudt ze van zich af.
In een oogwenk rolt er achter de spelers een doek naar beneden waarop een mooi landschap te zien is. Een nieuwe dag is aangebroken en de geliefden leven nog steeds. Yoemon probeert de sikkel uit de schedel te trekken. Wat hij echter niet weet is dat Kasane de dochter is van Suke. Als de schedel in twee"en splijt, daalt de wraakzuchtige geest van Suke neer in Kasane. Opeens is haar gezicht verminkt, alsof ze zelf met de sikkel is bewerkt.
Kasane heeft geen idee en probeert Yoemon opnieuw te kussen. Maar hij deinst vol afgrijzen terug. Yoemon biecht alles op en dwingt haar tenslotte in een spiegel te kijken. Als Kasane ziet dat een gruwelijk litteken haar gezicht in tweeën splitst, wordt ze waanzinnig. Er volgt een macabere maar ook erotische dans waarin Yoemon zijn geliefde probeert te vermoorden. Uiteindelijk lukt hem dat maar haar geest wil hem niet laten gaan…
Kasane is een krankzinnig verhaal en heeft niet de raakvlakken met de realiteit, die toneel vaak aangrijpend maken. Maar Kabuki is geen gewoon toneel, het is een andere wereld. En in die wonderlijke wereld weten Kemjiro en Ebizo de toeschouwers tot de laatste minuut te boeien, met hun bombastische en gepassioneerde spel. Zonder een korte schriftelijke uitleg zou er van het stuk niets te begrijpen zijn maar gewapend met enige voorkennis, blijken de dialogen tijdens de voorstelling eigenlijk overbodig. De gelaatsuitdrukkingen en de bewegingen van de spelers, zeggen immers genoeg.

Kadertje Kleur:
Alles heeft een betekenis in Kabuki, zo ook de kleuren waarin een speler is opgemaakt. De basiskleuren zijn wit voor het gezicht en zwart, rood en indigo (blauw) voor de invulling. Veel indigo staat voor slecht, meedogenloos en sluw. Rood symboliseert deugdzaamheid, passie en jeugd maar ook woede. Bruin duidt op de reïncarnatie van de boze geest, de duivel.
Wat betreft de kostuums: helder blauw staat voor puurheid en oprechtheid en wordt vaak gedragen door een jongeling die een dappere strijd voert tegen een het kwaad.
Rood staat voor passie, lila voor intelligentie en paars voor sensualiteit. Die kleur wordt vaak gedragen door een personage dat verliefd is. Lichtgeel staat voor kalmte en gemoedsrust, goud voor extravagantie en rijkdom en zilver wordt vooral gedragen door een strijder die heeft verloren en er een einde aan wil maken.

Interview Ebizo
Geboren voor Kabuki

Als Ichikawa Ebizo XI (1977) in mannenkimono de kamer betreedt, buigt zijn entourage eerbiedig. Op gedempte toon wordt hij naar zijn plaats verwezen. Hij krijgt een waaier en groene thee. Zijn verzorgde handen brengen de theekop met een sierlijke beweging naar zijn mond. Daarna lacht hij beminnelijk.
Door zijn kale hoofd en traditionele kleding doet hij denken aan een boeddhistische monnik. Maar de knappe Ebizo, een van de grootste, jonge talenten in de Kabukiwereld, is een idool. De gevierd acteur heeft inmiddels de status van superster en wordt vaak gezien met mooie vrouwen.
Ebizo behoort tot de Ichikawafamilie, een van de oudste en voornaamste Kabukidynasti”en. Zijn markante voorouder Danjuro I (1660-1704) zette de toon met een woeste, bombastische acteerstijl (aragot), die ook een vorm van verzet was tegen de strenge Shogunheerschappij. Ebizo acteert net zo maar is bovenal een gepassioneerd speler die Kabuki weer aantrekkelijk wil maken voor jongeren.
Op vijfjarige leeftijd stond u al op het podium. Hoe was het om altijd anders dan anderen te zijn?
E.: ‘Ik voelde me nooit een uitzondering omdat ik al jong naar de Aoyama Gakuin-school ging in Tokio, waarop voornamelijk kinderen zaten van artiesten en kunstenaars. Daar werd veel aandacht besteed aan kunst en theater en als ik met witgeschilderde benen de klas in kwam, vond iedereen dat doodnormaal. Ik werd daar enorm aangemoedigd.’
In hoeverre heeft u bewust gekozen voor het vak?
E.: ‘Mijn familie besloot dat ik Kabukispeler zou worden. Ik heb me wel eens verzet want ik vond het moeilijk dat mijn lot werd bepaald door anderen. Rond mijn dertiende en veertiende was ik erg opstandig en wilde ik piraat worden. Nog steeds is er soms een innerlijke strijd. Toch zie ik Kabuki als mijn toekomst.´
‘Van Kabukispelers verwacht men volledige toewijding. En ze moeten eigenlijk 360 dagen per jaar optreden. Ze mogen nooit verzaken, ook niet als ze ziek zijn of iets gebroken hebben. Ik neem mijn vak heel serieus maar gun mezelf meer vrijheid. Ik bouw meer vakantie in zodat ik van mijn privé leven kan genieten. Ik ga graag uit eten met mooie vrouwen. En ik treed ook op in commercials, TV drama’s en films. Maar Kabuki blijft mijn belangrijkste doel. Alles wat ik doe en leer, moet er uiteindelijk toe bijdragen dat ik een betere speler word.’
U was ook soldaat in een film over WOII. Was de omschakeling moeilijk?
E.: ‘Het was een culture shock! De bewegingen in Kabuki zijn heel theatraal en krachtig en passen helemaal niet bij gewoon acteren. Ik moest dan ook erg wennen. Maar inmiddels ben ik ook vertrouwd met een meer natuurlijke manier van spelen.´
Wat voor doel heeft u voor ogen?
E.: ‘De Kabukitheaters zaten jarenlang vol met oudere bezoekers. Dat is aan het veranderen. Ik wil vooral de jonge generatie verleiden. En die ertoe aanzetten meer aandacht te besteden aan Japanse tradities. Want dat gebeurt veel te weinig! Daarnaast wil ik Kabuki ook in het buitenland uitdragen. Als ik in juni optreed in Londen en Amsterdam hoop ik dat mensen niet alleen bekend raken met Kabuki, maar ook dat ze ervan gaan houden. Zodat ik terug kan komen om nieuwe voorstellingen te geven. Jammer genoeg valt in juni ook het wereldkampioenschap voetbal. Ik hoop niet dat álle aandacht daar naar uitgaat!´
Bestaat er een kans dat vrouwen ooit weer worden toegelaten tot Kabuki?
E.: ‘Alleen mijn familie, de Ichikawadynastie, mag ook vrouwen op het toneel brengen. Omdat mijn voorouders, die honderden jaren geleden begonnen met het spel, ook vrouwen waren. Dus wie weet…Als ik later niet een zoon maar een dochter krijg, wordt ze misschien de eerste nieuwe Kabukispeelster van Japan.’